Een winteravond in het opvancentrum “Poincaré”
13/02/2019
Het centrum « Poincaré » ligt enkele tientallen meters van de tram-halte Lemonnier. Dit 25-meter hoog gebouw is bezaaid met koperkleurige ramen. Afgezien van het klein bordje met het oranje en blauwe logo laat niets zien dat dit het grootste opvangcentrum van Samusocial is.
En toch, met zijn 7 verdiepingen en 410 plaatsen (het aantal plaatsen kan tot 460 stijgen in geval van extreme kou), is het gebouw een van de laatste beschermingen wanneer de straat te onvriendelijk wordt.
Maar u komt niet zomaar binnen : om een plaats te reserveren moet u op voorhand het gratis nummer 0800/99.340 bellen. Hoewel dit vreemd lijkt is het in feite essentieel : 400 personen die tegelijkertijd in het centrum binnen komen zou een echte chaos betekenen. De deuren gaan open om 17u30 en afhankelijk van wanner u heeft gebeld kunt u om 18u, 20u of 22u binnen.
Elke avond worden de daklozen door een verschillend collega verwelkomt. Vanavond is Juan aan de beurt. Achter een loket in de ingang checkt hij dat ieder persoon is verwacht en geregistreerd in het systeem. Juan kan ook zien of de komende persoon een afspraak heeft bij de ziekenboeg, de maatschappelijk werker of een andere dienst. De werknemers kennen de meerderheid van de namen zonder naar de lijst te hoeven kijken : een teken dat de meeste mannen en vrouwen die in het centrum komen schuilen stamgasten van de dienst zijn.
Het gebouw is niet erg jong. Daar werken en wonen is niet altijd eenvoudig, maar het centrum wordt steeds geapprecieerd : het blijft een ultieme schuilplaats, door het aanbieden van een dak, een warme maaltijd en ontbijt, en toegang tot douches. Iedereen kan daar uitrusten.
Samusocial is natuurlijk een noodhulpmiddel, maar biedt ook een begeleiding op lang termijn, zowel op sociaal als op medisch vlak : niet verbasend dat de werknemers de namen van de meeste personen kennen.
Op de eerste verdieping bevindt zich de ziekenboeg : daar kan de opvolging beginnen. Vanavond zijn Lola en Nicolas van wacht tot 2 uur s’morgens. Hun werkruimte is verdeeld in 2 om de intimiteit van hun patienten te beschermen. Aan de ingang bevindt zich de wachtzaal waar de volgende patienten zitten, met min of minder geduld.
De eerste patient komt binnen. Zij naam is Alain. Hij is in de zestig en draagt een dikke wit verband rond zijn wijsvinger. Lola spreekt rustig en vriendelijk tegen hem, maar ook met een lichte autoriteit. Alain is sinds korte tijd bekend van Samusocial. De maraude heeft hem ontmoet en brachte hem naar het centrum Poincaré. Als gevolg van een klap in een straatgevecht ontwricht zich het bot van zijn vinger. Zonder behandeling verscheen een infectie .
Lola verteld : « toen Alain voor het eerste keer kwam was zijn hand ongelooflijk opgezwollen, vooral vanwege de etter. Hij komt nu min of meer regelmatig, en ook als zijn wond indrukwekkend blijft is hij op weg naar herstel. »
Lola verwijdert het verband voorzichtig, spuit ontsmettingsmiddel op de vinger en zet er een nieuwe pleister op. Alain verteld dat hij een alkohoolprobleem heeft. Zijn hart slaagt te snel, hij wordt elk ochtend wakker nat van het zweten, hij kampt met ontwenningverschijnselen . Lola geeft hem een pil dat snel zal helpen. Alkohol is verboden binnen het centrum, maar alkoholikers mogen enkele doses inslikken. Stoppen met drinken in een klap kan doodgevaarlijk zijn. Daarom is het belangrijk om voorzichtig te blijven.
Alain heeft al zijn vragen gesteld. Hij heeft zijn medicijnen genomen, staat op, dankt Lola en loopt naar de refter. De consultatie heeft hem geen cent gekost. Zonder deze regelmatige raadplegingen zou zijn wond zeker nooit genezen hebben.
De tweede patient komt binnen. Niko is 40 en komt uit Roemenien. Met hem komt een nieuwe moeilijkheid : de taalbarriere. Deze complicatie zijn de verpleegkundige gewent. In 2017 was 47% van het dakloze publiek van Samusocial niet afkomstig van de EU. Vele spreken geen engels of frans. Maar met goede wil is het altijd mogelijk elkaar te verstaan.
De consultatie kan duren, de verzorger neemt de tijd, de kwaliteit van de interventie en de discussie met de patiënt is van essentieel belang.
Zo kunnen de bewoners van het Poincaré-centrum elke avond van deze dienst gebruik maken, en het is zonder twijfel een van de grootste voordelen die het centrum kan bieden.
Als u de wachtkamer verlaat en de hal van de 1ste verdieping oversteekt staat u voor de kantoren van de maatschappelijke werkers.
Hun rol is net zo belangrijk als die van de verpleegsters : het doel is om de daklozen in de maatschappij te re-integreren, door hen te begeleiden bij het maken van de nodige afspraken (bvb met de eigenaar van een appartement dat de persoon zou kunnen huren), door hen te verwijzen naar verschillende externe diensten (OCMW’s, ziekenhuizen, juridische permanentie…) of gewoon door met hen te praten en luisteren, door hen advies of oplossingen aan te bieden.
Helaas zijn veel van de personen die in het centrum Poincaré verblijven mensen zonder papieren die niet afkomstig zijn van de Europese unie en zich daarom in een onregelmatige situatie op het grondgebied bevinden : zij kunnen geen aanvraag indienen voor een domiciliëring, zelfs niet bij het OCMW.
Zonder domiciliëring is het voor hen echter onmogelijk om een administratieve procedure te starten en nog minder om hun situatie te regulariseren. Een vicieuze cirkel, wat betekent dat de meeste van deze mensen geen enkele mogelijkheid hebben om ooit erkende burgers te worden.
De avond gaat door en het centrum vult zich…de mensen die hier zullen overnachten, eten, douchen, gaan naar de sociale of verpleegkundige consult. Moeilijke en meer lichte momenten volgen elkaar, vermengen zich soms.
23u, de lichten gaan uit voor de 400 personen die in het centrum overnachten. Iedereen streeft naar rust.