Josimar, van Angola naar België: de ouderdomsdeken in het centrum voor asielzoekers van Neder-Over-Heembeek.
08/08/2020
In de eetzaal van het centrum voor asielzoekers in Neder-Over-Heembeek vinden de bewoners elkaar voor alle mogelijke activiteiten. Achterin de grote ruimte lijkt een rij zetels verlaten, maar bij nader toezien blijkt er toch iemand te zitten. Met de benen gekruist zit een man rustig te lezen in zijn notaboekje en schrijft af en toe enkele opmerkingen neer. De man met zijn zwart-wit gestreepte hemd en passende das lijkt volledig verzonken in zijn lectuur.
Bij onze aankomst klapt hij zijn schriftje echter fluks toe, staat op en stelt zich voor, steunend op zijn wandelstok:
“Ik ben Josimar, maar hier noemt iedereen mij Tonton.
Heel mijn leven lang ben ik opgekomen voor anderen. Als oud-vakbondsman kreeg ik al snel door dat het uiterlijk belangrijk is wanneer je de rechten van anderen moet verdedigen. Ik herinner me dat ik als twaalfjarige al leerde een das te knopen. Later kon ik met spaargeld enkele kostuums open. Maar vandaag ik heb nog altijd een gezin ten laste waar ik vandaan kom, dus dat is nu mijn prioriteit niet. Ik zal mij dat genoegen permitteren wanneer het opnieuw kan.
Vorig jaar ben ik mijn grootvader verloren. Net voor zijn dood heeft hij mij zijn wandelstok gegeven en die heb ik nu altijd aan mijn zijde. Net zoals ik migreerde deze wandelstok van Angola naar België. Grootvader is een eeuw oud geworden en toen hij mij de stok toevertrouwde, wenste hij mij een leven zo lang als het zijne. Hij dient niet om te lopen, maar hij is een steun voor mij. Dit is de mooiste erfenis die hij mij kon nalaten omdat ze vergezeld is van een wens. Als ik oud ben en behoefte heb aan een steun bij het lopen, zal ik hem gebruiken. Maar dat is nu nog niet het geval. Deze wandelstok bereidt me voor op mijn oude dag. Soms bekijk ik hem en denk aan wat de toekomst zal brengen.
De zon helpt ook bij het denken aan de toekomst. Ik sta telkens opnieuw in bewondering! Ik ben opgegroeid met de zon. Een beetje zoals met een grote broer. Weet u, het was niet eenvoudig om mijn land achter mij te laten. Mijn verhaal is behoorlijk ingewikkeld, en zo zijn er hier nog. Ik heb altijd alles gedaan om anderen zo goed als mogelijk te beschermen maar ik moest weg, het werd te gevaarlijk. Ik heb in Angola heel wat beproevingen doorstaan die bijna mijn leven hebben gekost. Ik heb mijn kinderen niet zien opgroeien en mijn familie draagt me niet meer in hun hart. Maar ik probeer ik de toekomst elke dag vanuit een ander oogpunt te bekijken. Ik ben eigenlijk nog jong. Ik ben pas 46 jaar en de toekomst ligt voor mij. Wat me iedere dag opnieuw motiveert, is het idee dat mijn gezin op een dag toch opnieuw bij me zal zijn. Vroeg of laat zie ik ze terug, dat weet ik.
Tien het coronavirus toesloeg, raakte Josimar zijn job als ober in een restaurant kwijt. Hij heeft zich ingeschreven bij Actiris en wil zo snel mogelijk opnieuw aan de slag. In de tussentijd blijft hij actief deelnemen aan het leven in het centrum en blijft hij hopen op een hereniging met zijn gezin.