Sylvia (35) studeert tijdens de afzondering.
12/04/2020
De opvang bij Samusocial is onvoorwaardelijk: iedereen kan een plaats toegewezen krijgen in één van onze opvangcentra. Daarom is er een grote diversiteit aan mensen met totaal verschillende achtergronden. Eén van hen is Sylvia, een 35-jarige Roemeense vrouw die naar België kwam om haar studies politieke wetenschappen af te maken en een baan te zoeken. Sommige bewoners zijn al lang gewend aan het centrum maar dit is niet het geval voor Sylvia, die introk net toen de Covid-19 epidemie in België begon. In haar huidige situatie kan ze niet op zoek naar werk of onderdak. Omdat ze geen woonoplossing had,werd ze doorverwezen naar het opvangcentrum Poincaré waar ze nu meer dan een maand woont.
Toen Sylvia in het centrum aankwam, namen de sociale teams haar dossier in handen en was het OCMW meer dan optimistisch over het vervolg van de situatie. Ondertussen is Covid-19 er en ligt alles stil. Sylvia wanhoopt echter niet: “Ik zoek elke dag werk. Ik ben me ervan bewust dat het een wedstrijd is met anderen. Heel de tijd die ik hier doorbreng, is een kans om mezelf te verbeteren. Ook al is hierbuiten alles voorlopig gesloten, toch wil ik klaar zijn voor de toekomst en probeer ik mijn tijd op de slimste manier door te brengen.” Een bewoner onderbreekt haar en spreekt haar aan in het Engels. Sylvia legt uit: “Op dit moment is mijn computer defect. Ik vroeg aan de residenten of iemand mij kon helpen en ik kwam terecht bij deze man. Hij is informaticus en bood meteen aan om mij te helpen. Het is voor mijn erg belangrijk om over een computer te beschikken. Ondertussen geven de medewerkers van Samusocial me af en toe toegang tot mijn e-mails om ervoor te zorgen dat ik geen sollicitatiegesprek mis. Ik hoop dat de herstelling niet te lang zal duren. ‘
Verrassend genoeg wordt Sylvia in haar dagelijks leven eigenlijk niet erg gehinderd door de Covid-19: ‘Ik breng meer tijd door in het centrum, maar ik studeer elke dag… op dat vlak is er niets veranderd.’ Vanaf 15.00 uur sluit ze zich aan bij Jan, opvoeder in het centrum van Poincaré, ‘Monsieur le Professeur’ zoals ze hem noemt: ‘Jan komt me Franse grammatica-oefeningen geven. Hij helpt me veel. ‘ Voor haar zijn deze oefeningen erg belangrijk: “Ils font beaucoup de bien au français” (sic).
Vroeger studeerde Sylvia op een andere manier: ‘Ik ging elke ochtend naar het station om te werken. Ik ging er voornamelijk naartoe om mijn Engels te oefenen. Ik heb tijdens mijn studie veel talen geleerd en ik maak me zorgen dat ik al mijn vaardigheden verlies. Nu richt ik me op het Frans omdat ik graag als tolk in Brussel zou willen werken ”.
Sylvia maakt zich wel zorgen over het coronavirus, maar blijft optimistisch: ‘Natuurlijk voel ik me bezorgd, net als iedereen. Maar hier voel ik me veiliger dan buiten. ‘
De opwinding is ondertussen voelbaar in de refter van het centrum, waar de bewoners aan tafel gaan. Sylvia is vastbesloten om haar oefeningen vandaag af te maken. Maar later: het is nu eerst tijd voor het avondmaal.