Van Conakry naar Brussel: het pijnlijke verhaal van Alia en Hawa
16/02/2023
Vandaag bezoeken we ons Etterbeeks centrum voor mensen die internationale bescherming hebben aangevraagd. We ontmoeten er Alia, een jonge Guinese vrouw die na vele omzwervingen in 2020 in België is terechtgekomen. Ze komt aarzelend en met bevende handen naar ons toe. Alia lijkt in tweestrijd. Enerzijds wil ze absoluut getuigen maar anderzijds ziet ze ertegen op om zoveel onuitspreekbare dingen opnieuw op te rakelen. De aanwezigheid van Julien, een opvoedkundige van Samusocial, lijkt haar gerust te stellen en ze haalt diep adem. Het verhaal dat u nu gaat lezen, is een relaas van moed en van bravoure.
Conakry, januari 2015. Alia is smoorverliefd op een jongen maar haar vader heeft andere plannen voor haar. “Hij wilde me uithuwelijken aan één van zijn vrienden,” vertelt Alia. “Maar dat was een veel oudere man en ik zag hem echt niet zitten.” Ze weigert mee te werken aan het gedwongen huwelijk en blijkt plots zwanger van de man van wie ze houdt. Om te ontsnappen aan de onhoudbare geworden situatie vlucht ze een eerste keer naar het dorp van haar oom. Daar blijft ze tot de geboorte van haar dochter Hawa.
Kort na de geboorte draagt Alia’s vader zijn broer op zijn dochter terug te brengen naar Conakry. Zijn ambities voor het huwelijk zijn ongewijzigd en zijn gezag als oudere onbetwistbaar. Voor de tweede keer gaat Alia op de vlucht, dit keer met haar dochter in de armen. Ze trekt in bij een vriendin. Na meer dan 10 maanden ondergedoken te hebben geleefd, besluit ze uiteindelijk terug te gaan naar de hoofdstad om de confrontatie met haar vader aan te gaan. “Bij mijn aankomst hebben ze me vastgebonden en geslagen,” vertelt Alia met een snik in haar stem.
Alia ‘s spreektempo versnelt, de handen krampachtig gebald in haar schoot. “Mijn vader heeft het huwelijk bezegeld en ik ben bij die man ingetrokken. Als ik weigerde met hem naar bed te gaan, kreeg ik slaag. ‘s Ochtends weigerde hij me eten te geven. Ik ben er gebleven tot mijn dochter vijf jaar oud was en hij plots besliste dat ze besneden moest worden. Ik heb zelf een excisie ondergaan, dus ik weet wat het is. Ik heb constant hoofdpijn, buikpijn en rugpijn. Ik heb het geweigerd.” Telkens ze protesteert, wordt Alia afgeranseld en op een avond besluit ze voor de derde keer te vluchten. Met Hawa aan de hand verlaat ze te voet het dorp. Onderweg kruisen ze een traagrijdende auto met daarin een vriend van haar man. Die maakt een brutaal een einde aan hun ontsnapping door op hen in te rijden. Het litteken van een slecht verzorgde wonde op haar voet toont hoe zwaar de klap geweest moet zijn.
Eenmaal terug in het huis van haar man, houdt Alia zich een tijdje gedeisd. Wanneer ze verneemt dat de vader van haar dochter naar België is gevlucht, neemt ze het besluit om hem na te reizen. “Kort voor de excisie moest plaatsvinden, slaagden we erin naar Algerije te vluchten.” Ook daar moet Alia opnieuw wreedheden ondergaan. Ze staat er volledig alleen voor. “Ze hebben ons verkracht, geslagen en ons geld afgenomen,” zegt ze zacht, de knokkels van haar handen wit weggetrokken.
Vanuit Algerije trekken moeder en dochter naar Tunesië, waar Alia een tijdje zal werken om de overtocht naar Italië te betalen. Op 12 mei 2020 om 3 uur ‘s ochtends stappen ze in een bootje. “Urenlang zaten we op het water maar op twee uur van de kust begaf de motor het. We waren in tranen. We dachten dat we dood zouden gaan. De sterke golfslag bracht de boot aan het wankelen toen plots het Rode Kruis opdaagde. Die hebben ons op hun boot geholpen. Daar zijn we zes dagen gebleven. » En dan terug naar af.
Maar Alia is nog altijd vastbesloten om koste wat kost naar België te komen om haar vroegere vriend terug te vinden en beslist om opnieuw te vertrekken – te voet, per trein, per bus, zonder reisdocumenten of papieren. Een jonge Malinees die ze leert kennen op een bus op weg naar Frankrijk nodigt haar uit om een paar dagen bij hem te verblijven, en een paar dagen worden meerdere weken.
Bij haar vertrek uit Guinee had Alia het nummer van de vader van Hawa bij zich gestoken, als ultieme houvast. Als een fles die in zee wordt gegooid in de hoop dat de redding onderweg is. Vanuit Frankrijk probeert ze hem een eerste keer te bellen, tevergeefs. Opgeven is echter geen optie: op 1 september 2020 komen moeder en dochter aan in het Klein Kasteeltje in Brussel om er asiel aan te vragen. Dezelfde dag nog worden ze doorverwezen naar Samusocial.
“Daar leerde ik Marie kennen, mijn maatschappelijk werkster,” zegt Alia. “Ik heb haar meteen het nummer gegeven en ze beloofde dat ze ging proberen hem te bereiken.” Maar nooit nam iemand op. “Tot op een dag Marie naar mijn kamer kwam en zei: ‘Alia, ik heb iemand aan de lijn voor jou. Ze had haar vriend aan de lijn: hij was in België geraakt zonder papieren en zat in een zodanig benarde situatie dat hij de telefoon niet meer durfde opnemen uit vrees voor meer slecht nieuws. “Toen hij doorkreeg dat ik er was met zijn dochter, is hij in tranen uitgebarsten,” herinnert de jonge mama zich.
Vandaag wonen ze met z’n drieën in Brussel. Na twee jaar procedure hoopt Alia ‘haar Dublin-verordening te kunnen verbreken’, de reglementering die haar verplicht asiel aan te vragen in Italië, het land waar ze Europa is binnengekomen. Bij die formaliteiten krijgt ze steun van het Samusocial-team. Natuurlijk is er Marie, maar ze krijgt ook veel hulp van Julien, de bevlogen opvoedkundige. Alles wordt er ondertussen aan gedaan om Alia en haar dochter in staat te stellen hun wonden te helen voor ze aan een nieuw leven beginnen; dat kan gaan van de opening van een bibliotheek tot deelname aan uiteenlopende activiteiten en filmavonden. “Mijn dochter wordt binnenkort 7 jaar,” vertelt Alia. “Ze is gelukkig hier, ik voel dat ze weer de oude wordt.” En de toekomst? “Ik ga een opleiding volgen. Ik hoop dat we hier een nieuw leven kunnen beginnen, met z’n drieën.” ■