Bed close-new close-new Arrow Bed Facebook LinkedIn Night Phone Search mail Twitter

Samusocial

Wonen in een appartement: het project waarvoor wij Makno begeleiden

26/02/2020

De antwoorden die Samusocial biedt op de primaire behoeften van zijn doelgroep dringen de andere opdrachten van de organisatie voor het grote publiek vaak wat naar de achtergrond. Zo staan wij in voor de individuele begeleiding van al de mensen die in elk van onze centra zijn ondergebracht. Deze begeleiding heeft drie dimensies – het gaat om psychologisch-medisch-sociale begeleiding – en mondt vaak uit in een reële oplossing om van de straat weg te raken.
Makno* is een vaste bezoeker van het station Brussel Centraal. Deze Belg van 75 jaar oud is begeleid naar een individuele woning met de steun van ons sociaal team. Van een moeilijke jeugd tot hoe hij op straat terechtkwam, van zijn anarchistisch engagement tot het stoppen met drinken, het levenstraject van Makno is op zijn minst gezegd bewogen. Maar vandaag droomt Makno van een appartement. En wij gaan er alles aan doen om hem bij dit streven ter zijde te staan.

“Kunnen krijgen en kunnen geven ”, is een zinsnede die Makno vaak in de mond neemt en die hem typeert. Na negen jaar op straat wordt Makno doorverwezen naar het gemedicaliseerd centrum Medihalte om er zijn wonden te laten verzorgen. Terwijl hij verzorgd wordt door de medische teams komt Makno in contact met maatschappelijk assistente Laura. Ze is de eerste persoon aan wie hij zijn verhaal vertelt. Hij was bereid om dat ook voor ons te doen.

Makno groeit op in een weeshuis in Charleroi. Al op jonge leeftijd wordt hij doorverwezen naar een boerderij waar hij ook korte tijd werkt: “Dat was zo in die tijd. Zodra ze konden werken, stuurden ze de jongeren van het weeshuis naar de boerderij.” Maar al snel trekt hij naar de mijnindustrie in de buurt van Charleroi. Hij is dan veertien jaar oud: “We stonden aan de lopende band om steenkool te sorteren. Er heerste een fantastische sfeer en een sterke verbondenheid.” Al snel sluiten de fabrieken waar hij aan de slag is de deuren. Makno beslist dan maar Charleroi te verlaten voor Brussel: “en toen begon het bergaf te gaan”.
Als fervent aanhanger van de anarchistische idealen ontmoet hij veel “kameraden” en engageert hij zich voor talloze projecten: “We openden culturele centra, we deden aan zelfrenovatie. Het was fantastisch, maar iedereen dronk erop los. Ik ben eraan verslaafd geraakt en ik heb veel moeite gehad om ervan af te raken.” Hij is lange tijd een vaste gast in het « Tochthotel », zoals hij het noemt, (de gangen van het Centraal Station, nvdr.) maar wordt op een dag opgepikt door een mobiel team van Samusocial en naar het Centrum van het Vestje gebracht. Ondertussen staat Makno te boek als “chronisch geval”. Hij pendelt al een hele tijd tussen de verschillende centra van Samusocial en de straat.

In juni 2019 wordt hij doorverwezen naar de Medihalte. Kort na de aankomst van Makno in het centrum slaagt Laura erin zijn administratieve situatie in orde te brengen: “We hebben alles in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat mijnheer Makno opnieuw een stabiele situatie kreeg zodat hij opnieuw met een schone lei kon beginnen. Mijnheer Makno was zijn identiteitskaart kwijt zodat wij allereerst aangifte hebben gedaan van dat verlies. Vervolgens hebben wij hem aan een referentieadres geholpen bij het OCMW zodat hij opnieuw zijn pensioen kon krijgen, kreeg hij recht op de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) en ontving hij een gezondheidskaart. En tot hij die inkomsten ook werkelijk in handen had, ontving hij voorschotten van het OCMW.”

Samen beginnen Laura en hij dan te werken aan een levensproject: een individuele woning. Makno vertelt: “Ze hebben mij een rusthuis en een opvanghuis voorgesteld, maar dat heb ik altijd geweigerd. Daar sta je met één been in het graf, het is verschrikkelijk. Ik ben al op bezoek gegaan bij een vriend in één van die rusthuizen. Daar zie je alleen zombies: geen persoonlijkheid meer, niets meer, alleen zagen en elkaar treiteren … dat is niks voor mij. Daar raak je alleen buiten tussen vier planken. Dat kan niet anders. Als ik mag kiezen sterf ik nog liever in open lucht, maar wel vrij.” Laura dient voor Makno vervolgens een kandidatuur in bij de woningencel van “l’Ilôt”. Nauwelijks enkele dagen later krijgt Laura een bericht dat ze een woning hebben gevonden. “Laura heeft mij gevraagd of de woning mij interesseerde. Ik heb onmiddellijk ja gezegd want ik wilde niet terug naar de straat. Ik ben 75 jaar, alles opnieuw beginnen wordt heel moeilijk.”

Nadat ze op 25 november samen het appartement hebben bezocht, contacteert Laura het Leger des Heils om een thuisbegeleiding op te starten. Ze legt uit: “In theorie stopt onze begeleiding vanaf het ogenblik waarop Mijnheer Makno het centrum verlaat. Het Leger des Heils kan op dat punt eventueel overnemen. Ze beschikken over een dienst voor begeleid wonen: ze gaan op bezoek bij de mensen die ze opvolgen. Ze helpen ze met formaliteiten, doen samen mee aan activiteiten, stellen een budgetbeheer in enz.” Want inderdaad, na negen jaar op straat voelt Makno zich onzeker bij het idee om opnieuw tussen vier muren te zitten. Hij moet zijn leefwijze totaal omgooien: na de doorverwijzing is begeleiding noodzakelijk en essentieel om opnieuw goede huurdersgewoonten aan te kweken. Er wordt ook gezorgd voor een psychologische opvolging om verder te bouwen op het werk van de psychologe in het centrum.

 

 

 

 

 

 

 

Het is een uitstekende woning voor Makno maar vóór hij er definitief kan gaan wonen, is er nog werk voor de boeg. Er wordt een reeks begeleidingen opgezet: “Deze namiddag gaan we met hem naar Solidarité Grands Froids om lakens te gaan halen. Later gaan we ook op zoek naar meubelen ”, vertrouwt Laura met toe. Makno lacht: “Ik was naakt toen ik hier aankwam, en nu vertrek ik met meubelen! Ze is vaak met me meegekomen: naar het postkantoor, naar het gemeentehuis, naar het appartement … Ze heeft veel voor me gedaan. Ze mogen haar een mooi paar schoenen betalen! Zonder haar zat ik allang opnieuw in het Tochthotel.”

Makno loopt al vooruit op de verhuizing die nadert: “Natuurlijk denk ik erover na en ik probeer mij zo goed mogelijk te organiseren. Maar het wordt pas echt moeilijk als ik daar alleen zal zitten. Daarom heb ik een televisie nodig, anders ga ik op stap willen gaan en… op het moment wil ik eigenlijk niet te veel naar buiten”.
De voorbije twee jaar heeft hij geen druppel alcohol meer aangeraakt: “Ik ben drie maanden opgenomen in het ziekenhuis César de Paepe met een ernstige maagzweer. Vroeger was ik een zware alcoholist, ik dronk 20 tot 30 grote pinten bier per dag, plus de vodka … Dag en nacht dronk ik. Als ik daarvan af ben geraakt, is dat vooral dankzij de dokter die zich over mij heeft ontfermd. Op het einde van mijn verblijf in het ziekenhuis trakteerde hij in de cafetaria: “Een pintje of een kop koffie?” Hij wilde me erin luizen. Ik heb gezegd: “een koffie” en hij heeft me die ook betaald. We hebben een gesprek gehad en hij vroeg me wat ik nu ging doen. Ik heb hem geantwoord dat ik waarschijnlijk terug zou gaan naar het Tochthotel. Ik ben inderdaad teruggegaan, maar ik heb nooit meer gedronken. Iedereen heeft het mij aangeboden, en ik had er echt veel zin in. Maar ik heb altijd geweigerd. En daar ben ik trots op. Ik rook zelfs niet meer!” Soms heb ik er nog zin in. “Toen ik het aanbod voor de woning had gekregen, voelde ik me verloren. Ik weet niet waarom, maar ik wist het plots allemaal niet meer en ik ben toen naar het dichtstbijzijnde café getrokken om me te bezatten. Maar eens ik voor de deur stond, heb ik rechtsomkeert gemaakt.”

Makno lijkt het moeilijk te hebben met de overgang van de straat naar het nieuwe leven dat voor hem ligt: “We proberen het zachtjes aan te doen. Mijnheer Makno heeft het erg moeilijk om zich aan de nieuwe ruimte aan te passen. We zijn na de verhuizing bij hem op bezoek gegaan en hij durft nauwelijks in zijn eigen divan te gaan zitten,” vertelt Laura.

 

 

 

 

 

 

Later wil Makno opnieuw gaan schilderen, zijn grote voorliefde: “Ik zou er mij graag opnieuw aanzetten maar het materiaal is heel duur. Ysaline, de psychologe heeft mij in contact gebracht met de dienst voor geestelijke gezondheidszorg “La Gerbe”. Zij organiseren activiteiten, uitstapjes, maar vooral: ze beschikken over schildersmateriaal en het is op twee straten bij mij vandaan.”

Het appartement is ingericht, Makno heeft de sleutels, de grote dag nadert! Om te zorgen voor een zachte overgang stelt het team voor dat hij na de eerste nacht in zijn appartement‘s ochtends opnieuw naar Samusocial komt voor een debriefing en om samen te bepalen wanneer hij de deur van het centrum definitief achter zich zal dichttrekken.

Helaas verloopt de verhoopte eerste overnachting in zijn appartement niet zoals voorzien. Spanningen bij de buren jagen hem angst aan zodat Makno niet in zijn woning wil blijven. Hij vertrekt er nog vóór de avond voorbij is. Hij brengt de nacht door op straat en staat ‘s morgens opnieuw bij de MediHalte. Daar hebben wij hem opgevangen en de situatie met hem besproken. Laura vat de situatie in één zin samen: “Hij gaat niet in dat appartement wonen omdat hij er zich niet veilig voelt.”

We blijven Makno opvangen en steunen tot er bij l’Ilôt een nieuwe woning voor hem beschikbaar is. Geduld en doorzettingsvermogen blijven essentieel om mensen te helpen die soms al meerdere jaren op straat leven.

*fictieve naam gekozen als eerbewijs aan de anarchistische theoreticus Nestor Makhno.

close

Nieuwsbrief

Ontvang elke maand het recenste nieuws van Samusocial Brussels in je mailbox. Schrijf je in om onze nieuwsbrieven te ontvangen.

Deze informatie zal enkel gebruikt worden om de nieuwsbrief naar het opgegeven adres te sturen. Je kan steeds met één klik uitschijven.