Centrum Etterbeek : waar de zelfredzaamheid van de bewoners voorop staat
12/05/2023
In het opvangcentrum van Etterbeek kunnen tot 350 aanvragers van internationale bescherming terecht: Mannen, vrouwen en gezinnen, maar ook niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Het onderdak staat er uiteraard voorop maar in dit verblijfscentrum wil men de bewoners ook zoveel als mogelijk autonomie geven, zo blijkt uit de ervaring van Jean, die stage loopt in de communicatiecel.
In de vroege namiddag, omstreeks 13 uur, is het rustig in het centrum. Opvoeder Julien leidt me rond. In een gang loopt een vrouw met een klein meisje aan de hand. Ze spreekt Julien aan over haar CV. Of hij wil helpen om het af te werken omdat ze er graag een paar wil ronddelen omdat ze graag werk zou vinden als schoonmaakster. Daar heeft ze al ervaring mee in verschillende hotels en in een zorgomgeving. Als de laatste details met Julien zijn geregeld, loopt hij naar het kantoor om alvast enkele exemplaren voor haar af te drukken. Ondertussen knoop ik het gesprek met haar aan. Ze vertelt dat ze een doel heeft: financieel onafhankelijk worden. “Ik wil genoeg geld verdienen om te kunnen zorgen voor mijn dochter en mezelf,” vertelt ze beslist. Als Julien er weer bij komt staan, neemt ze met een grote glimlach de CV’s aan gaat ermee op pad.
Even verderop komen we bij een bewoonster die de gang aan het dweilen is. In het centrum houden de bewoners met een beurtrol het gebouw schoon. Ik vraag haar terloops of iedereen meehelpt met deschoonmaak en zij beaamt dat. Aarzelend klinkt het wel: “Sommigen hebben het er wat moeilijk mee, maar al bij al valt dat wel mee”. Ze vraagt Julien om te helpen bij het maken van een doktersafspraak via het internet. Hij voegt de daad bij het woord en laat ons even alleen. Ondertussen toont ze me haar kamer en maken we een praatje. Ze vertelt dat ze hier al enkele maanden is met haar vier kinderen. Dat moet voor haar een ingrijpende verandering zijn, dus vraag ik of ze haar geboorteland niet mist. “Hier valt het mee, je hebt tijd nodig om je aan te passen, maar het is beter dan ginds (haar thuisland)” zegt ze opgelucht.
Ook al is het middaguur voorbij, toch zie ik nog enkele mensen in de keuken bezig: in dit centrum krijgen de bewoners een wekelijkse toelage waarmee ze zelf voor het eten zorgen. Zo worden zij worden geacht hun budget te beheren en zelf te koken. Ik loop langs één van de keukens en zie een bewoonster die soep aan het maken is. Ik spreek haar aan. Ze vertelt over het moment waarop ze bij Samusocial aankwam en over haar verblijf hier de voorbije acht maanden. Ze komt uit Congo, waar ze op de vlucht ging omdat het er te gevaarlijk was. “Het was ondraaglijk geworden”. Ze doelt daarmee op de oorlog die al jaren woedt in Congo. Ze vertrok met haar twee kinderen, op eigen houtje. Meer wil ze er niet over kwijt, het liefst wil ze al die nare herinneringen achter zich laten. “Het is erg zwaar geweest.”, zucht ze. “Vandaag is het leven een stuk eenvoudiger: Hier hoef ik tenminste niet bang te zijn”.
Solliciteren, budgetbeheer, het onderhoud van gemeenschappelijke ruimten, doktersafspraken: in het centrum wordt de zelfredzaamheid sterk aangemoedigd, ook al staan de teams steeds klaar om bij te springen als dat nodig is. Eén van de doelstellingen van Samusocial is immers ook de opgevangen mensen te helpen op eigen benen te staan.