Bed close-new close-new Arrow Bed Facebook LinkedIn Night Phone Search mail Twitter

Samusocial

De dood bij Samusocial – Céline, psycho-medisch-sociaal referentiepersoon in ons centrum voor alleenstaande mannen getuigt.

29/11/2023

Céline heeft een lange staat van dienst bij Samusocial, twintig jaar al. Vandaag is ze de PMS-referent in ons centrum voor alleenstaande mannen en kent ze de bewoners waarschijnlijk beter dan wie ook. Ze waarschuwt ons van meet af aan: ze is al vaak met de dood geconfronteerd. Afgelopen jaar alleen al zeven keer. Overdosissen, geweigerde zorg, ziekten… In de gangen van ons centrum aan de Poincarélaan is er geen gebrek aan mannen in een precaire situatie. Sommigen van hen zijn verplicht om elke dag om 14.00 uur naar de telefoonpermanentie te bellen in de hoop diezelfde avond een bed te bemachtigen. Anderen, die nóg kwetsbaarder zijn, verkrijgen na hun sociaal onderhoud de toestemming om een paar dagen of weken te blijven om weer op krachten te komen.

En die krachten kunnen ook onze medewerkers meer dan ooit gebruiken. Maar Céline heeft er op overschot. Bij elk overlijden stel je je vragen. “De eerste keer was helemaal in het begin van mijn loopbaan” herinnert ze zich. “Ik was erin geslaagd om een man die al meer dan 20 jaar op straat leefde naar een rusthuis te krijgen. Hij heette James en hing altijd rond in de buurt van het Sint-Gillis-Voorplein. Op een zeker moment hadden we het plein zelfs herdoopt tot ‘Sint-James-Voorplein’. Ik was een trotse nieuwe rekruut bij de Samu. Een week later hoorde ik dat hij in het rusthuis was overleden aan onderkoeling. Hoe kon dit een man overkomen die de koude op straat had doorstaan, die in banken op de grond had geslapen? Dat leidde bij mij tot een intens gewetensonderzoek over de betekenis van “mensen doorverwijzen weg van de straat“.

Dit jaar kende het centrum meerdere sterfgevallen, waaronder dat van een man die wist dat hij ten dode opgeschreven was en toch iedere behandeling weigerde. “Dat is langzame zelfmoord” zegt Céline, en ze vertelt het verhaal van Marc, tot voor kort bewoner van het centrum. Hij had ernstige hartproblemen en wist dat hij dringend geopereerd moest worden. Daarom kreeg hij de toestemming om tot die tijd bij Samusocial te verblijven. “Maar zijn prioriteit, vervolgt Céline, was het voltooien van zijn boek. Van behandeling kon voor hem geen sprake zijn. Dit leidde tot een grote discussie onder de teams: ofwel bleven we hem bijstaan, met het risico dat we hem op een ochtend dood zouden aantreffen in bed, ofwel we verplichtten hem om elke dag opnieuw op te bellen om een plaats te krijgen zolang hij de opname in het ziekenhuis weigerde. Na een lange vergadering met verantwoordelijken, verpleegkundigen, psychologen en maatschappelijk werkers hebben we voor de tweede oplossing gekozen. Daarbij stond zijn verblijf hier niet ter discussie, maar wij konden niet meegaan in zijn keuze om te sterven “.

Als pathologisch reiziger is Marc waarschijnlijk naar Nederland of Duitsland vertrokken. “Ooit zien we hem ongetwijfeld terug“, zegt Céline stil. “Dat hoop ik toch“.

Voor Céline en haar collega’s is elk sterfgeval opnieuw een beproeving om te verwerken. Bij elk overlijden wordt een dienst opgezet om de medewerkers ondersteuning te bieden zodat ze in vertrouwen met elkaar kunnen praten en uiting geven aan hun gevoelens. De ene persoon is de andere niet en mensen reageren verschillend op een tragische gebeurtenis, vaak vanuit hun eigen ervaring. “Rouw? Daar is geen tijd voor“, legt Céline uit. “De volgende dag moet je weer met iets anders aan de slag. En vaak is het zo dat het drama van de week ervoor plaats moet maken voor de dramatiek van de week erna“. Het zijn vaak de oorzaken van de dood van iemand die ertoe leiden dat een medewerker instort, veeleer dan de dood zelf. Tijd: dat is de grondstof waaraan het Céline en haar collega’s het meest ontbreekt. Tijd waar ook de metgezellen van de overledene baat bij zouden hebben: “Wanneer we één van onze bewoners vertellen dat een vriend is overleden, moeten we twee minuten later al aan iets anders denken. Maar die bewoner denkt ondertussen niet aan iets anders.”

Céline heeft regelmatig contact met het Collectief Straatdoden en gaat soms naar de begrafenissen die zij organiseren. “Ik ga wanneer ik voel dat mijn aanwezigheid noodzakelijk is, of wanneer ik zelf de cirkel moet rondmaken. Medewerkers en bewoners gaan er soms ook naartoe vertelt ze. Het is ook niet uitzonderlijk dat Céline naar het mortuarium wordt geroepen om een lichaam te identificeren, een essentiële stap om een waardig eerbetoon mogelijk te maken en nabestaanden correct te informeren. Ik heb ooit een mevrouw opgebeld om te zeggen dat haar vader net overleden was. Maar iemand had haar vijf jaar eerder al gebeld om haar hetzelfde te vertellen. Dat komt hard binnen. Die persoon is waarschijnlijk gestorven in de veronderstelling dat zijn dochter hem niet meer wilde zien”.

Dit soort moeilijke situaties dreigen vaak de motivatie van onze teams te ondermijnen. Wanneer de medewerkers om acht uur ‘s ochtends naar de kamers gaan om de bewoners te wekken en te vragen om 10 uur hun plek te verlaten, leeft bij hen permanent de vrees om een levenloos lichaam aan te treffen. “Je moet net andersom denken,”, zegt Céline. “We moeten denken aan alle mensen die hier in een belabberde toestand zijn binnengekomen en die we weer op het goede spoor hebben gebracht. Dàt is waar ons werk om draait. Het aantal doden blijft marginaal, zeker als je ziet hoe extreem kwetsbaar de groep mensen is die we ontmoeten.”


Lees hier de getuigenis van Rafaël, coördinateur van de mobiele hulpteams

close

Nieuwsbrief

Ontvang elke maand het recenste nieuws van Samusocial Brussels in je mailbox. Schrijf je in om onze nieuwsbrieven te ontvangen.

Deze informatie zal enkel gebruikt worden om de nieuwsbrief naar het opgegeven adres te sturen. Je kan steeds met één klik uitschijven.