Meneer Rabah: “Als ik met Mohamed op pad ga, gaan alle deuren open: hier in Brussel worden mensen met een handicap gerespecteerd”
06/05/2025
Meneer Rabah is een van de weinige alleenstaande vaders die in het noodopvangcentrum voor gezinnen van Samusocial woont: hij woont hier al meer dan twee jaar met zijn zoon Mohamed van 11 jaar.
Mohamed is in Algerije geboren met een ernstige handicap. Maar met de kinesitherapie die hij kreeg stootte hij op zijn grenzen. Voor het eerst werd voorgesteld dat meneer Rabah zijn behandeling elders zou voortzetten. Maar ‘elders’ is ver van huis: “de kinesist in Algerije gaf me twee opties: België of Duitsland.”
Meneer Rabah aarzelde niet lang. Hij en zijn zoon verlieten Algerije en daarmee ook Mohameds moeder en zijn drie broers en zussen. Op weg naar België, in de hoop op een betere toekomst.
Na een verblijf in Italië komen ze uiteindelijk in januari 2023 aan in Brussel. “Ik kende Samusocial niet, het was het Rode Kruis dat ons doorverwees.”
Dan versnelt alles. Sinds hun aankomst heeft Mohamed al een operatie ondergaan om zijn pezen te verlengen en nu draagt hij een baclofenpomp, die een medicijn vrijgeeft in zijn ruggenmerg. Die behandeling bestaat niet in Algerije.
Het medisch parcours van Mohamed eindigt hier niet: hij zal binnenkort een heupoperatie ondergaan. Het OCMW betaalt alle zorg. “In Algerije zou ik dit nooit allemaal hebben kunnen betalen en mijn zoon zou niet de steun hebben gekregen die hij nodig heeft.” Na deze laatste operatie rest hem alleen nog kinesitherapie.
Mohamed heeft een bewegingsvrijheid gekregen die hij nog nooit eerder heeft gehad. Hij heeft zelfs een aangepaste driewieler gekregen om uitjes te kunnen maken. Zijn vader is opgetogen: “In Algerije durfde hij niet naar buiten met zijn rolstoel. Hier in Brussel heeft hij er een hekel aan om binnen te zijn en wil hij altijd naar buiten! Het openbaar vervoer is aangepast voor mensen met een handicap, dus het is veel gemakkelijker. Samusocial heeft een gespecialiseerde school voor hem gevonden.”
Natuurlijk is het moeilijk om van hun familie weg te zijn. Elke dag belt meneer Rabah zijn vrouw en kinderen, die zijn achtergebleven in een dorp in de buurt van Oran. “We missen hen, maar zolang Mohamed zorg nodig heeft, moeten we hier blijven.” Meneer Rabah heeft enige tijd geleden een werkvergunning aangevraagd. Terwijl hij op antwoord wachtte, was nietsdoen uit den boze. Hij wilde zich nuttig maken en integreren: hij deed vrijwilligerswerk bij het Rode Kruis en nam Franse les.
In het centrum van Samusocial is het verplegend personeel goed op de hoogte van Mohameds behoeften en zorgen ze goed voor hem. “Sinds we hier zijn, helpt iedereen ons. Mohamed is een beetje een ‘VIP’ in het centrum! Of het nu gaat om de lift, luiers … iedereen helpt mee. Het is hartverwarmend, we voelen ons zo geïntegreerd,” legt zijn vader uit.
NB: goed nieuws! Na maanden geduld kreeg meneer Rabah eindelijk zijn vergunning om in België te werken.