Homepage - Opvangen, Begeleiden en Getuigen : balans 2021

De Pool “Asiel en migratie”

Opvangplaatsen beheerd door Samusocial met een mandaat van Fedasil voor mensen die verzoeken om internationale bescherming.

In 2021

  • 2.688 personen ondergebracht
  • 1.800 gezinsleden
  • 48 alleenstaande vrouwen
  • 774 alleenstaande mannen
  • 66 NBMV

Infrastructuur en dienstenaanbod

In het kader van deze samenwerking beheert Samusocial 658 opvangplaatsen voor personen die om internationale bescherming verzoeken.
Deze plaatsen zijn verspreid over 3 centra:

  • 350 plaatsen in het centrum van Etterbeek
  • 238 plaatsen in het centrum van Koekelberg
  • 70 plaatsen in het transitcentrum Molenbeek.

Naast de 24-uurs accommodatie, die drie maaltijden per dag omvat, toegang tot sanitaire voorzieningen, wasfaciliteiten, toegang tot internet, enz., profiteren asielzoekers van diensten waarin specifiek wordt voorzien door de “opvangwet”:

  • sociale begeleiding ;
  • paramedisch overleg met medische coördinatie;
  • toegang tot taal- en integratiecursussen;
  • rechtsbijstand;
  • de mogelijkheid om deel te nemen aan gemeenschapswerk ;
  • het verstrekken van zakgeld eenmaal per week.

Asielcrisis

De noodopening van een honderdtal transitplaatsen voor kwetsbare personen

In antwoord op de noodsituatie als gevolg van de verzadiging van de plaatsen in het aankomstcentrum van Fedasil, is eind 2021 op 10 december een nieuw transitcentrum geopend in Molenbeek.

Het centrum beschikt sinds haar opening over 70 plaatsen voor mensen die een verzoek om internationale bescherming hebben ingediend. Opvang beantwoordt aan een humanitaire logica om mensen in veiligheid te brengen. Hoofddoel hierbij is een antwoord te bieden op de noodsituatie door maaltijden en tijdelijk onderdak te verstrekken in afwachting van een overplaatsing naar een centrum voor langdurig verblijf voor de tweede fase, waar de mensen zullen worden ondergebracht terwijl hun aanvraag wordt behandeld.

Hoewel het transitcentrum zeer snel is geopend in het kader van de noodsituatie, is de missie voor onbepaalde tijd opgezet. Het centrum heeft een capaciteit van 100 opvangplaatsen, verdeeld over 29 kamers op vijf verdiepingen. Het huidige gemeentelijke akkoord beperkt het aantal plaatsen echter tot 70.

Ontmoeting met Jahia* en Kemajou*, ouders van 3 kinderen

Jahia: “Wij zijn afkomstig uit Kameroen en zijn vorig jaar in België aangekomen. We zijn weggegaan omdat onze families tegen onze relatie gekant waren vanwege onze verschillende geloofsovertuigingen”:

Kemajou: “Ik ben moslim en mijn vrouw is protestants. Hoewel onze families tegen ons huwelijk waren, kregen we twee kinderen. Liefde is sterker… Een vriend vertelde me dat er werk was in Niger, dus besloten we te vertrekken. De realiteit was anders, dus verhuisden we naar een ander land”…

Kemajou gaat verder: “Daarna ging het via Algerije, Libië en Italië richting België. In Libië hadden we het zwaar: we zaten er 6 maanden gevangen! Ze behandelden ons als slaven omdat we zwart zijn… We werden geslagen en er werd op ons geplast… Het was een hel, we zagen zoveel mensen vermoord worden dat we zelfs wenden aan de lijken overal om ons heen. De kinderen zijn getraumatiseerd. Ze zullen er hun hele leven mee verder moeten.”  Jahia vertrouwt ons ook toe: “Ik ben verkracht toen ik zwanger was van ons derde kind.”

Kemajou wil vertellen over hun oversteek van de Middellandse Zee in een zodiak: “Er zaten gaten in de zodiak, en de zee was zo ruw dat mijn trommelvlies geperforeerd geraakte. We probeerden de hoofdjes van onze kinderen uit het water te houden… Ik dacht dat we daar zouden sterven.” Gelukkig werd het gezin gered door een Italiaanse boot.

Nu zijn ze ondergebracht in een gezinscentrum van Samusocial en gaan de kinderen naar de psychologe van de cel ‘het jonge kind’: “Tot voor kort kon onze jongste zoon niet met een blanke in dezelfde kamer blijven en wilde hij niet door blanken aangeraakt worden: hij associeerde blanken met mensen die slaan, die gemeen zijn, als gevolg van de martelingen die we hebben ondergaan toen we in Libië gevangen zaten. Vandaag associeert hij blanken niet langer met gevaarlijke mensen, hij heeft zelfs veel blanke vriendjes,” legt Jahia uit.

“Godzijdank leven we nog. Het is een wonder dat we nog in leven zijn. Ik wilde de kinderen in veiligheid brengen. Het enige wat ons op de been hield waren onze kinderen, en als ik naar hen kijk weet ik dat ik voor hen moet vechten,” zegt Kemajou tot slot. Dan wordt hij overweldigd door emoties.

*Niet hun echte namen.